Voor een gevarieerd dieet is het belangrijk dat je elke dag genoeg groenten eet, om zo voldoende voedingsstoffen en vitaminen binnen te krijgen. In de zomer en herfst is er dankzij de weersomstandigheden veel en gevarieerd aanbod van groenten en fruit. In de winter is dit wat beperkter, als je tenminste geen geïmporteerde producten wil die van de andere kant van de wereld komen. Daarom leek het me leuk om eens te bekijken wat er in de wintermaanden voorhanden is en hoe je hiermee toch iets lekkers kunt maken. Zodat je wel ‘in het seizoen’ eet maar zonder een grote impact op het milieu.
Vaak bestaat een maaltijd uit een stukje vlees of vis met daarbij een zetmeel houdend gerecht zoals aardappels, pasta of rijst. Daarbij wordt dan meestal een gerecht met groenten geserveerd. Oftewel, groenten worden vaak als bijgerecht gegeten. Zelf probeer ik altijd de helft van mijn bord te vullen met groenten en dan de andere helft van het bord met vlees of vis en bijvoorbeeld aardappels. Het is namelijk het belangrijkste dat je genoeg groenten eet. Zo lijkt het alsof de groente echt een ‘moetje’ is maar je kunt ze natuurlijk ook gewoon heel lekker bereiden! Een paar voorbeelden van lekkere-winterse-groente-bijgerechten:
Witlof: witlof is op zichzelf al heel lekker, als je het op de juiste manier bereid is het niet eens zo bitter. Je hebt echt geen bechamelsaus en ham nodig om het lekker te krijgen. Snijd het bruine kontje van de witlof af en snijd ze doormidden, zodat je twee helften hebt waar de blaadjes nog mooi aan blijven zitten. Als je hele dikke hebt kun je ze nog een keer doorsnijden zodat je partjes hebt, maar het is in ieder geval handig als de blaadjes er nog aan blijven, dus het kontje niet te ver eraf snijden. Vervolgens smelt je roomboter in een pan en laat je de witlofjes met de binnenkant naar beneden lekker rustig gaar en zacht worden, af en toe draai je ze om. Als ze al mooi zacht beginnen te worden strooi je er een beetje suiker overheen en blus je het geheel af met een scheutje azijn (bijvoorbeeld witte wijnazijn). Je draait ze dan nog even om totdat alle suikerkorrels zijn opgelost. Op deze manier krijg je heel lekkere gekaramelliseerde witlof.
Mix van groenten: wat ook leuk en lekker is, is een mix van verschillende groenten. Neem bijvoorbeeld wortels, spruitjes, en koolraap. Ik zal je uitleggen hoe ze dit in een restaurant doen, dit is namelijk heel makkelijk thuis te bereiden.
Je maakt de wortels schoon en snijdt ze in schuine schijfjes van ongeveer een centimeter breed. De spruitjes maak je schoon en snijd je 1x doormidden. De knolraap schil je en snijd je in blokjes van 1 x 1 cm. Op het vuur zet je een pan op met ruim kokend water. Daarin kook je eerst de knolraap blokjes beetgaar, waarna je ze met een schuimspaan in een bak ijswater schept en laat afkoelen om vervolgens uit te laten lekken. Dan doe je hetzelfde met de wortels en daarna met de spruitjes. Je moet het in deze volgorde doen in verband met de kleur van de groente en hoe vies het water ervan wordt. De koolraap is redelijk kleurloos en kan dus als eerst, daarna de wortel omdat deze ook niet veel aanricht maar hooguit het water een beetje oranje doet kleuren. Als laatste de spruitjes omdat deze sterk ruiken en ook sneller wat blaadjes zullen loslaten in het water.
Nu heb je alle groente als het goed is ‘al dente’ (beetgaar) gekookt en afgekoeld. Je zou het op dit punt ook zelfs kunnen invriezen, zodat je een eigen voorraadje verse groenten hebt die klaar zijn voor gebruik. Op het moment dat je het wil gaan bereiden doe je een beetje olie in een pan en bak je de groenten daarin aan. Voor de smaak kun je en klein klontje roomboter toevoegen en wat zout en peper. Je hebt dan een heerlijk kleurig en gevarieerd bijgerecht van verschillende verse wintergroenten (in tegenstelling tot de vaak eenzijdige kant-en-klare groentenixen die je in winkels vind).
*in plaats van koolraap zou je ook knolselderij kunnen gebruiken!
Rode kool: voor een lekker recept met rodekool zie het artikel over Winterse kost
Een andere Franse klassieker, ik ken het tenminste uit Frankrijk, is de uiensoep. Dat is natuurlijk ook heerlijk op een koude zondagmiddag als je geen zin meer hebt om weg te gaan! Meestal heb je (lees: ik) wel uien en bouillonblokjes of –poeder in huis dus kun je het makkelijk maken. Nog een restje oud brood en wat (geraspte) kaas erbij dat maakt het helemaal compleet.
Simpele versie uiensoep voor 2 personen: je snijdt 2 à 3 uien in halve ringen fruit deze aan in een beetje roomboter in een hoge pan, dan strooi je er een eetlepel bloem overheen die je eventjes meebakt en mengt met de uien (eventueel afblussen met een scheutje port of rode wijn), je giet er ongeveer een halve liter water bij en doet er een runderbouillonblokje bij. Als het blokje is opgelost en het even tegen de kook aan heeft getrokken proef je of er nog zout of peper bij moet. Intussen doe je 2 boterhamen of kontjes belegd met kaas in de oven (eventueel op grillstand als je die mogelijkheid hebt) totdat de kaas mooi goudbruin is. Je schept de soep in een bord of kom en doet het brood met kaas (eventueel in stukjes gesneden) in de soep. Als je groente- of kruidenbouillon gebruikt kun je deze soep ook helemaal vegetarisch houden maar ik vind de sterke runderbouillon smaak altijd wat lekkerder in deze soep.
Hieronder de soupe a l’oignon zoals ik mij die herinner uit Frankrijk: