‘Ragù’

Posted on Posted in Geen categorie

De wandeling leidde door ellenlange galleria’s met glimmende terrazzo vloeren, en duurde ongeveer een halfuur. Ondanks de verscholen voordeur en het kleine houten uithangbord “Trattoria  Serghei”, kregen we het restaurant snel gevonden. Achter een kleine houten bar stond de zoon, een zakelijk ogende man van rond de vijftig, met voor zich het zwartlederen reserveringsboek. Gelukkig was er nog een tafeltje voor ons vrij, want we hadden niet gereserveerd en het oogde druk.

We volgden de zoon, in de kleine maar knusse eetzaal, naar ons tafeltje. Daar waren de muren bekleed met een hoge lambrisering van gelakt eikenhout. Vlak onder het plafond, over de breedte van de hele kamer, hing een plank die gevuld was met wijnflessen. Het dessert stond al klaar op een wit kanten kleedje, dat over een antieke commode was gedrapeerd: gestoofde peren en appeltaart. We kregen de menukaart in onze handen en probeerden een keuze te maken.

Kiezen van deze gevarieerde menukaart viel niet mee, alles klonk lekker. In eerste instantie leek de kaart vrij uitgebreid, maar bij onze eerste bestelpoging bleek grofweg de helft van de gerechten niet verkrijgbaar. De pasta werd elke dag, met de hand, vers gemaakt: de tagliatelle met een deegroller uitgerold en de zachte raviolikussentjes met liefde gevuld. Ze gingen hier duidelijk voor kwaliteit boven kwantiteit, dus moest de menukaart soms wat ingekort worden.

Vanaf ons tafeltje, gehuld in helderwit tafelkleed met een print van felblauwe druivenranken, kon ik de keuken in kijken. Daar stonden de vrouw, en ook de moeder, die eruitzag als een echte nonna, in een ruimte die contrasteerde met de knusse eetzaal. In de witte, lichte ruimte met daarin rvs werkbanken en TL-licht maakten zij een georganiseerde indruk. Ik zag meteen dat ik mij geen zorgen hoefde te maken, over of het goed zou komen met het eten vanavond.

We startten met botermalse carpaccio met daarop een eenvoudige salade van rucola, extra vergine olijfolie en aan tafel geschaafde Parmezaanse kaas. Op de rand van het bord lag een vers partje citroen en naar smaak kon je er zelf gemalen peper of zout aan toevoegen. We ‘zetten voort’ met de pasta Bolognese, onder deze naam is het gerecht vooral buiten haar stadsgrenzen bekend. Want waarom zou je pasta Bolognese eten als je in Bologna bent? Dat is toch dubbelop? Daarom eet je als je in Bologna bent gewoon pasta met saus, of op zijn Italiaans: ragù. Het was werkelijk overal in de stad verkrijgbaar, maar bij Trattoria Serghei aten we de authentieke versie volgens grootmoeders (nonna’s) recept. Het dessert hebben we overgeslagen, ondanks dat het er goed uitzag.

Een geurig kopje hete espresso luidde het einde van de avond in. Terwijl het suikerklontje hier langzaam in wegsmolt, bereidden we ons voor op de wandeling terug naar het hotel. Na het betalen van de rekening, die handgeschreven werd op doordrukpapier, in een krullerig doktershandschrift waarbij het enige leesbare het totaalbedrag was, vertrokken we weer via de galleria’s. Mét het originele recept van pasta al ragù op zak.

One thought on “‘Ragù’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *