Zoals hier (klikken) te lezen is in mijn vorige blog heb ik sinds kort weer iets om naartoe te werken en heb ik weer een doel en richting in mijn leven. Tijdens de zoektocht naar en het vaststellen van doelen rijst natuurlijk de vraag; waar komt dit vandaan? Waarom vind ik dit zo leuk? Waarom wil ik me juist hiermee zo graag bezighouden? In dit stuk ga ik op zoek naar waar het allemaal begonnen is.
Waarschijnlijk is een groot deel van mijn voorliefde voor koken ontstaan tijdens mijn jeugd. Mijn ouders genoten allebei van lekker eten en schuwden nooit om mij en mijn broertje mee te nemen als ze naar een restaurant gingen. Zowel het jaar door als op vakanties, voornamelijk naar Frankrijk. Daardoor ben ik al vroeg met veel verschillende smaken in aanraking gekomen. Voor het entertainment tussen de gangen door hadden we altijd wel kleurboeken of puzzelboekjes bij ons. Op latere leeftijd, als tieners, namen ze ons zelfs een paar keer mee naar sterrenrestaurants!
Ook had ik vroeger een kinderkookboek van Unicef waarop verschillende gerechten stonden van over de hele wereld. Daarin stond onder andere een sinaasappelcake die ik erg vaak gemaakt heb. Toen ik net op de Unicef website keek zag ik dat ze zo’n boek nog steeds verkopen, superleuk! Het koken uit dit boek zal ongeveer in dezelfde tijd zijn geweest als wanneer onderstaande foto’s zijn gemaakt. Het opschrift van m’n moeder op de achterkant “eline bakt zelf 35 koekjes om te trakteren op school”
Wat ook heeft meegeholpen zijn de vele vakanties naar Frankrijk, in sommige periodes wel een aantal keer per jaar. Op de heenweg naar het zuidwesten, naar de Dordogne, overnachtten we altijd bij Motel des Bruyères in Lamotte Beuvron, even van de snelweg af. Je stapt daar voor het eerst de auto uit sinds je in Nederland bent ingestapt en voelt meteen de hogere temperaturen en de hogere luchtvochtigheid. Het is dan ongeveer zes uur ’s avonds dus de zon is al wat gezakt waardoor er een warme gloed over het groene landschap valt. Je hoort op de achtergrond de stilte van het bosgebied en af en toe een auto of voetganger die zich op het terrein verplaatst over de grindweg.
Na gesetteld te zijn in de motelkamer, met dubbele openslaande deuren naar een grote visvijver, ga je op je gemakje naar het restaurant. Daar staan eigenaar en eigenaresse je met een brede glimlach op te wachten omdat ze je na zoveel bezoekjes inmiddels kennen. In het restaurant zelf wordt je vriendelijk ontvangen door Monsieur Jacques, een man van middelbare leeftijd, die in vol ornaat de hele avond professioneel de bediening op zich neemt in een zwart driedelig pak met een donkergroene gilet eronder.
Het feest begint al als de pain en het iets naar chloor smakende water op tafel komt en je daarna de A4 menukaart in zware leren hoes in je handen krijgt. Wat heb ik daar gesmuld van de soupe a l’oignon gratiné en na elke gang kwam Monsieur Jacques de broodkruimels van tafel vegen met een speciaal daarvoor gemaakt zilveren houdertje. Het eten, de warme sfeer door het karakteristieke Franse uiterlijk van het restaurant, de mensen, de stoffen tafelkleden, stoffen servetten, gestoffeerde middeleeuws ogende houten stoelen, de wijnklimaatkast, de houten dubbele klapdeuren naar de keuken, de donkere houten trolley met kazen van Monsieur Jacques. Al deze dingen zorgden samen voor een geweldige gastronomische ervaring.
Het moment dat alles klopt, dat alles samenkomt, dat alles op elkaar afgestemd is, dat is het ultieme genot. Ik wil dat zo vaak als maar mogelijk is proberen te bereiken, voor mijzelf maar ook voor anderen.
(geschreven op 28 juli 2015)