Om precies te zijn naar de Perigord ‘pourpre’ en ‘noir’, deze twee gebiedjes vormen samen het zuidelijke gedeelte van de Perigord. Ik en mijn vader vlogen vanaf Rotterdam Airport dat overigens een heerlijk vliegveld is, je kunt er makkelijk parkeren vlak in de buurt en het is veel sfeervoller dan andere vliegvelden. Geen grote lichtgrijze hal maar smaakvol en knus ingericht, een warme uitstraling. We landden op Bergerac Airport, wat zo klein is dat je overal snel doorheen kunt lopen. Vanaf daar gingen we met de huurauto verder.
Deze regio is voor ons bekend terrein want mijn vader en moeder hebben er ongeveer vijftien jaar een huisje gehad, waar we vroeger elke schoolvakantie naartoe gingen. Meteen valt ons weer op hoe mooi het er is in de herfst, de bossen met loofbomen gloeien in alle tinten van geel tot rood. Onderweg zien we veel buizerds, eekhoorntjes en we zien zelfs een enorm wild zwijn de weg oversteken. Dit alles ziende en wetende dat er in die bossen een hoop lekkere dingen groeien zoals ‘cèpes’ en kastanjes.
We rijden naar het dorp Sainte Alvère waar ons huisje stond, om daar onze oude buurvrouw op te zoeken. Haar man is een paar weken geleden overleden, de reden van deze trip is dan ook om haar een hart onder de riem te kunnen steken en om het graf te bezoeken. Maar als je zoveel van eten houdt als wij, dan wordt gewoon elk reisje automatisch culinair ingevuld.
’s Avonds gaan we bij de buurvrouw eten, het is de eerste keer sinds het overlijden van haar man dat er weer iemand komt eten en dat ze weer uit kan pakken in de keuken. Mooi om te zien hoe ze helemaal opleeft als ze lekker voor ons aan het koken en zorgen is. Ze voorziet ons van heerlijke wild zwijn paté van eigen gevangen wild dat ze door een lokale slager heeft laten mengen, pekelen en kruiden. Vervolgens heeft ze hier zelf een heerlijke paté van gemaakt. Daarna verwent ze ons met een ‘omelet aux cèpes’ met natuurlijk zelf gevonden paddenstoelen, daar heeft ze een paar plekjes voor in omliggende bossen die natuurlijk niemand mag weten. De omelet is nog heerlijk baveux in het midden, een heerlijk herfstgerecht, wat zijn die paddenstoelen toch lekker.
De volgende dag gaan we tussen de middag lunchen op ons oude vertrouwde stekje in Le Bugue, namelijk bij Café Bar Brasserie Oscar. Daar hebben we vroeger heel vaak gegeten, altijd tussen de middag, als we bijvoorbeeld de markt hadden bezocht op dinsdag. Die markt die overigens nu veel te druk bezocht is en overspoeld wordt door toeristen, zo druk dat het leuke er vanaf is helaas. Qua aanbod is het nog steeds prima, je kunt er nog steeds de bergen olijven zien, lekkere kaasjes kopen en ga zo maar door.
Oscar schittert in zijn eenvoud, een boeren keuken met traditionele gerechten die op eenvoudige wijze worden gepresenteerd. Een heerlijk groot terras aan de achterkant wat overkapt is met een dik dek van druivenbeplanting. Vooraf bestel ik de tourain, een echte boerse soep met knoflook en eiwit erin, typisch een soep om oud brood mee op te kunnen maken. Daarna de merguez omdat je deze in Nederland niet zo lekker kunt krijgen als in Frankrijk. In Nederland is het vaak gewoon een chipolataworstje maar dan met rode kleurstof, terwijl het in Frankrijk heerlijk smaakvolle pittige worstjes zijn die mooi uitgebakken worden. Daarbij bestel ik de ‘pommes sarladaises aux cèpes’ dit is ook echt een recept uit de streek, de naam verraad het al want het gerecht komt uit Sarlat. Het zijn aardappelschijfjes die in ganzenvet worden gegaard en vervolgens verder op smaak gebracht met een ‘persillade’ van knoflook en peterselie, heerlijk! Afsluitend een lekkere espresso en je kunt er weer een middagje tegenaan.
Ook de volgende middag hebben we een heel leuk lunchadresje gevonden, namelijk Auberge Layotte in Tursac. Het ligt heel erg afgelegen in the middle of nowhere in een typisch stenen Dordogne gebouwtje. Op weg er naartoe ruikt het zoet van de bomen en er liggen duizenden kastanjes op het pad. Binnen brandt een grote openhaard die een lekkere rokerige geur verspreidt. Hier eet iedereen wat de pot schaft, op elke plek staat een stapeltje van twee borden met daarop een soepbord. Alles is inclusief voor een vaste prijs; een ‘aperitif’, wijn, water, voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht, kaas, dessert en koffie met een huisgemaakt ‘digestif’. Hierover zal ik een blog apart schrijven want dit is een heel aparte beleving waarvan ik jullie niets wil onthouden, dus… stay posted!
Op onze weg terug naar het vliegveld hebben we in Bergerac nog een adresje gezocht om lekker te lunchen. We hebben daar nog heerlijk in het zonnetje met 20 graden Celcius kunnen genieten in een T-shirtje, op het terrasje van Le Bistrot du Coin. Ik had zowel als voorgerecht en hoofdgerecht gerechten die op de Noord Afrikaanse keuken waren geïnspireerd. Vooraf waren dat rolletjes van filodeeg gevuld met gekonfijte eendenbout bestrooid met poedersuiker en kaneel. Als hoofdgerecht had ik een lamstajine met ingelegde citroenen en ras el hanout, heerlijke smaken en mooi gepresenteerd in een echte bruine kleien tajine. Mijn vader had vooraf de bloedworst taart, ook een gerecht dat in de regio veel gegeten wordt, de ‘boudin noir’. Daarna had hij coquilles met gebakken ganzenlever, eenden- en ganzenproducten komen natuurlijk heel veel voor in de Dordogne. Ook hier weer lekker afgesloten met een espresso en toen weer voldaan teruggevlogen naar Nederland.
One thought on “Culinaire trip Dordogne”
ondanks de droevige reden hebben jullie echt super dagen gehad. Vader, dochter momenten zijn altijd onbetaalbaar en dan nog heerlijk genieten van al dat lekkers….Toppie !!!!!