Hoewel de winter pas over twee weken begint, en het buiten nog tamelijk zacht weer is, voel je de kortste dagen van het jaar wel snel naderen. Door de harde wind zijn bijna alle bomen en heggen al ontdaan van hun blaadjes, het begint er al behoorlijk kaal uit te zien. Ik krijg altijd weer zin in ander soort eten als de seizoenen zo aan het veranderen zijn. Daarom bij deze een paar receptjes met lekkere kruidige en winterse smaken. Die heerlijk smaakvol zijn maar ook nog mooi en diep van kleur zijn.
Stoofpeertjes
Voor het eerst heb ik stoofperen gemaakt, van echte Gieser Wildeman peertjes. Normaal hou ik er niet zo van om verkleinwoorden te gebruiken, zoals sommige mensen dat tot in den treure doen, maar in dit geval betreft het echt kleine peren. De peertjes schil je met een dunschiller en het steeltje laat je er aan zitten, aan de onderkant snij je het kontje eruit. Op die manier kun je de peren straks mooi rechtop op je bord zetten. Ik heb ze in een pannetje gedaan en ondergezet in de rode wijn, uit een fles die al een tijdje openstond en niet meer te ‘zuipen’ was. Mooi om op die manier meteen restjes op te kunnen maken dus! Daarbij heb ik twee flinke theelepels suiker gedaan, een steranijs, een stukje sinaasappelschil en een kaneelstokje. Dit alles op 6 peertjes.
Dit alles laat je zachtjes pruttelen totdat de peertjes mooi dieprood van kleur zijn en zacht genoeg zijn om te eten. Bij mij duurde het ongeveer een uurtje maar het kan korter of langer zijn afhankelijk van de peertjes. Of ze zacht genoeg zijn kun je testen door er met een mesje in de prikken. Je wilt ze ook niet te zacht hebben want dan trek je het steeltje eruit als je ze optilt of ze blijven niet meer mooi op je bord staan. Na verloop van tijd gaat het heerlijk ruiken, een beetje naar glühwein. En als je het peertje op je bord dan doorsnijdt zie je mooi hoe het van buiten dieprood is en van binnen nog wit van kleur, spectaculair!
Gestoofde rode kool
Ook een winters geurend en kleurend gerecht is gestoofde rode kool, en net als stoofpeertjes heel makkelijk te maken. Tijdens het snijden zie je hoe mooi zo’n kool in elkaar zit, het zijn allemaal lagen blaadjes die schots en scheef over elkaar heen liggen. Als je ‘m aansnijdt zie je daar mooi de doorsnedes van. Ik heb de kool in kleine reepjes gesneden en daarna aangebakken in een klontje roomboter, in een hoge pan (geen koekenpan). Toen de kool een beetje zacht begon te worden heb ik er een laagje appelsap van ongeveer 1 cm ingedaan. Door de warmte verdampt de appelsap en als de damp naar boven gaat zorgt die er zo voor dat de kool gaar wordt. In de appelsap heb ik een kaneelstokje gelegd, een steranijs, 2 kruidnagels en een sinaasappelschil. Als je appelsap verdampt is en je kool nog niet gaar, giet je gewoon weer wat extra appelsap erbij. Doe dit steeds in kleine beetjes, zodat je aan het einde niet met kool in appelsap blijft zitten.
Toen de kool zacht was heb ik er wat uienchutney bij gedaan die ik afgelopen weekend gemaakt had. Daarin zat onder andere balsamicoazijn en bruine basterdsuiker. Dit heeft het gerecht wel nodig, een beetje zoetzure smaken. Als je geen chutney hebt kun je er naar smaak balsamicoazijn aan toevoegen en wat bruine basterdsuiker (of gewone suiker). Ook dit gerecht krijgt een mooie dieprode kleur.
Normaalgesproken kies je voor een gerecht uit wat verschillende kleuren elementen, zodat het er op het bord wat dynamischer uitziet. Maar in dit geval had ik gewoon zin om deze winterse gerechtjes uit te proberen en te proeven. Ik heb er nog een meatloafje bij gebakken met een saus van ketchup en bruine basterdsuiker. Daarin had ik noten gedaan die ik nog over had, dat is heerlijk en maakt de maaltijd ook meteen extra voedzaam.